Kamperend aan de Moezel – die groene schoonheid – loop ik de Mosel Steige bij Senheim. Omhoog klimmen tussen de wijnranken die hier onvoorstelbaar steil groeien. Het is augustus en je ziet de typische kleine Riesling druiven hangen die een bloemige, witte wijn voortbrengen. Van droog tot halb trocken en lieblich.

Het pad kronkelt omhoog, de stilte sluit me in. Ik passeer oude boerenwoningen waarbij huizenhoge pruimenbomen staan. Veelal ligt het kostbare rijpe fruit te rotten op de grond. Jongeren hebben geen zin in het gezwoeg van hun ouders en vertrekken om ander werk te zoeken. Geen liefde voor het vak, zogezegd. En dat moet je hebben, wil je die mooie wijn in de flessen krijgen.

In het proeflokaal van de familie Schmidt leer ik hun levens kennen. Wat een passie voor hun product! Overdag een baan, ’s avonds de wijngaard. Balancerend op steile hellingen, een zware mand op hun rug.

Het rustige rijpen van de druiventrossen, zo lieflijk verscholen onder een dak van wijnbladeren, het ontroert me. De vruchten van de wijnstok gedijen alleen met de intensieve zorg en arbeid van van de landman.

Elke avond komt hij kijken hoe het ermee staat, net zoals de bruidegom in het Hooglied. Met de langzame liefde, die nooit haast heeft…dat gaat allemaal vooraf aan dat glas. Dat glas vol levensvreugde.

Lechaim! Op het Leven! Het is niet erg om hard te werken, zolang je de vruchten ervan plukt…